Aan het thuisfront

Via dit blog proberen WE jullie wat op de hoogte te houden van onze wederwaardigheden hier in Thailand.
Je komt hier af en toe wel eens een foto tegen in de berichtjes, maar als je graag álle foto´s ziet, klik dan op de link bij ´ons foto-album´.
Enne.... WE horen natuurlijk ook graag iets terug! Dat kan door middel van een reactie in ons gastenboek (zie link aan de linkerzijde van deze pagina).

Het laatst geplaatste bericht in ons gastenboek:

zondag 6 januari 2008

Pai Canyon



Nadat we eens flink lang geslapen hadden (we moesten een nachtje inhalen)zijn we er vanmorgen met de motorbike op uit getrokken. We wilden een flinke wandeling gaan maken in de Pai Canyon, die een kilometer of tien buiten het dorp ligt. Na eerst een bezoekje aan een gloednieuw koffiehuis en een kijkje bij de 'Second World War Memorial Bridge' parkeerden we de motorbike bij de ingang naar de Canyon. Wat we daar zagen, had ons al moeten waarschuwen: de drankjesverkoper had een bordje aan zijn hutje opgehangen: 'God protects you' en een paar meter verder: 'God loves you'. Ik dacht nog dat het een uiting was van een overenthousiaste Christen (de zendelingen en/of missionarissen hebben hier flink gewerkt, want in deze bergstreken zijn er nogal wat Christenen), maar nadat we een steil paadje naar boven gevolgd waren, kwamen we aan bij de eigenlijke Canyon, en toen kregen die bordjes ineens een andere betekenis! We stonden op een prachtig uitzichtpunt en zagen de paadjes die vandaar vertrokken. Een heel bizar stukje landschap, waar de rotsen een soort ribben gevormd hebben, waardoor het canyon-idee ontstaan is. Ik weet niet of jullie het op de foto's goed kunnen zien, maar het eerste pad was ongeveer 40 cm breed, met aan weerskanten steile afgronden. Tja, daar stond ik dan. Ondanks de verzekering van 'God's protection' vond ik dat toch wel erg heftig en heb ik hartelijk bedankt voor de eer! Willem is niet te stuiten en ging er dus wel over, en ik kreeg al buikpijn als ik ernaar keek! Achteraf gezien hoefde ik me er niet voor te schamen, want ik zag nog heel wat (veel jongere) mensen die daar toch ook voor bedankten... Toen Willem terug was van zijn expeditie (erg veel verder kon hij aan de overkant ook niet komen) zijn we een ander paadje ingeslagen dat er iets veiliger uitzag. We hebben dan toch nog een prachtige wandeling kunnen maken, steil en wat 'glad' door losliggend zand en steentjes, maar met vergezichten die de moeite waard waren.
Daarna hebben we de tocht met de motorbike voortgezet naar de Hot Springs. Voor de officiele toegang tot de weg ernaar toe, lagen er al wat poeltjes waar je het water uit de grond zag borrelen en de stoom ervanaf zag komen. Grappig dat die hotsprings overal ter wereld hetzelfde stinken: een vies 'rotte-eieren-luchtje'. Bij de bron was nog een hele groep Thaise meiden bezig foto's te maken, op de manier zoals ze dat hier allemaal doen: 'allemaal lachen naar de camera, cheeeese'. Willem kon natuurlijk niet nalaten om van de gelegenheid gebruik te maken en er ook even een foto van te maken, wat zeer gewaardeerd werd!
De officiele toegangsweg hebben we verder maar voor gezien gelaten, aangezien ze daar alweer 200 Bath p.p. voor vragen aan buitenlanders (tegen 40 Bath voor de Thaise mensen. Dat lijkt misschien niet veel (ongeveer 4 Euro), maar wij rekenen hier in Thaise prijzen en dan is het belachelijk veel, temeer daar nu in alle nationale parken die prijs gehanteerd wordt, soms zelfs het dubbele. Volgens Boeddha moeten we ons niet ergeren en niet boos worden, maar soms kost dat toch wat moeite (gisteren ook al, foei toch)! Voor die vierhonderd Bath kunnen we weer vier dagen een motorbike huren.
Onze tocht ging verder nog door kleine dorpjes en langs een stuk of vijf olifantenkampjes. Heel wat anders dan het olifantenkamp in Chiang Mai, hier zijn per kampje maar zo'n vijf, zes olifanten, eigenlijk puur voor de toeristen, om een ritje mee te maken.
Aan een zijweggetje zagen we plotseling een grote groep mensen zitten en staan, rondom een 'crematiewagen', een soort platte kar waarop een feestelijk versierde doodskist staat, die later vervoerd wordt naar de crematieplaats. Zoals we al vaker hebben gemerkt, heerst er nooit een 'begrafenisstemming', het hele dorp verzamelt zich bij zo'n gelegenheid, er wordt gegeten en gedronken, gepraat en gelachen. Maar de mensen hier gaan er dan ook van uit dat de overledene weliswaar nu hier weg is, maar dat zijn ziel binnen de korste keren weer ergens terug is. Dus wuiven ze hem uit met veel goede wensen en veel versierinkjes (zie foto's).